Aron (3) komt naast me zitten en vraagt ‘Wil je een olifant voor me tekenen?’ Ik leg het voorstel weer bij hem terug en vraag waarom hij het zelf niet doet. ‘Ik kan het niet’ legt hij uit. Hij laat zich niet makkelijk verleiden om het te proberen en houdt vol dat ik het moet doen, hij kan het echt niet. Daar kan ik wel bij helpen, ‘Hoe ziet een olifant er ook alweer uit?’ vraag ik, terwijl ik een kaartje voor hem neerleg en hem een stift geef. ‘Weet je nog of hij klein of groot is?’ Dat is makkelijk, groot natuurlijk! En ook de kleur weet hij goed, grijs! Ik vraag verder naar het aantal poten en iets waaraan hij de olifant goed zou kunnen herkennen – ‘Hij heeft grote oren!’